Wist U....

“De waarheid over het kerstfeest”

Een zeer duidelijke waarschuwing van Paulus in Romeinen 12:2

“En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld”.

Elk jaar wordt op 25 december kerst gevierd, dat uit onze tijd niet meer weg te denken is. Miljoenen mensen zitten onder de kerstboom, geven elkaar cadeau’s en vieren de geboortedag van Jezus Christus. Maar is het werkelijk Zijn geboortedag?

Wat zegt de Bijbel eigenlijk hierover? Wij vinden daar geen enkele aanwijzing voor. Maar wij kunnen zeker erkennen, dat Hij niet in de winter werd geboren. In Lucas 2:8 zegt de Bijbel, dat de herders op het veld de wacht hielden over hun kudde. In de buurt van Betlehem heerst in de winter een erg ruw klimaat; het is de regentijd. (Hooglied 2:11; Ezra 10:9 en vers13). De herders hadden in die tijd hun kudde op stal staan. Jezus zelf waarschuwt eveneens voor de wintertijd. (Matt.24:20).

In Lucas 2:1 lezen wij, dat een bevel van keizer Augustus uitging om het gehele volk te tellen. Dit vond zeker niet in de wintermaanden plaats. De voorgeschreven terugkeer zou in dat geval voor zwangere vrouwen, gebrekkige mensen en voor kinderen volledig onverantwoord geweest zijn. Deze twee zaken laten zeer duidelijk zien, dat Jezus niet rond die tijd van december werd geboren.

Ook in elke encyclopedie kun je lezen, dat de dag van Zijn geboorte niet bekend is. Als God had gewild dat de mensen Zijn geboortedag zouden herdenken, dan had Hij dat duidelijk in Zijn Woord gezegd. (Ex.12:14; Lev.23; 1Cor.11:24-25). En toch viert de wereld en de Christenen de geboortedag op 25 december. Hoe komt dat zo?

Al voor Jezus’ geboorte hebben veel mensen het “kerstfeest” reeds gevierd, maar toen in de oorspronkelijke betekenis ervan: “Het Zonnewendefeest”, het feest van de zonnegod, dat zijn oorsprong in Babylon vind. Onder de heerschappij van Nimrod (Gen.10:8-12) werd de toren van Babel, de stad Babylon en Nineve gebouwd door Nimrod (van het Hebreeuws “marad” = “hij heeft gerebelleerd) en was zo goddeloos, dat hij met zijn eigen moeder Semiramis trouwde.

Na de vroege dood van Nimrod verspreidde zijn moeder tevens echtgenote de leer, dat hij als een god verder leefde en zij, nu ook, als godin te vereren was. Verder beweerde zij, dat in de nacht uit een dode boomstronk een volgroeide, altijd groene boom is gegroeid, welke het nieuwe leven van de gestorven Nimrod symboliseert. Elk jaar zal Nimrod naar aanleiding van zijn geboortedag de altijd groene boom bezoeken en daar cadeau’s achter laten.

Dientengevolge begonnen de Babyloniërs geleidelijk Semiramis als de “koningin des hemels” te vereren en Nimrod werd onder verschillende namen de “goddelijke zoon des hemels”. Met de tijd werd Nimrod ook de messias, zoon van Baäl en als zonnegod vereerd. Telkens werd op 25 december zijn geboortedag gevierd!

Deze Babylonische cultus, vooral de verering van moeder en kind (Semiramis en Nimrod) verspreidde zich uit van Babylon tot over de gehele wereld, alleen de namen veranderden van land tot land. Zo heette Nimrod in Egypte “Osiris” en Semiramis werd “Isis” genoemd. In Azië waren het “Desius” en “Cybele” en in het heidense Rome “Jupiter” en “Fortuna”. Zelfs in Griekenland, Indië, China, Japan en Tibet vond men medestanders, lang voor de geboorte van Jezus en de voor de vandaag vereerde en aangebeden “Madonna met haar kind”. Ook op het Israëlische volk werkte de invloed van deze Babylonische cultus. (Jer.7:18; Jer.44:7-19).

Toen het Evangelie door de discipelen tot de heidenen werd gebracht en zich meer en meer verspreidde werden herhaaldelijk heidense gebruiken met de leer van Jezus vermengd. God heeft Zijn volk altijd gewaarschuwd (vergelijk: Ex.34:12; Deut.12:30-31; 2 Tim.4:2-4; 1 Petr.1:14-16; Gal. 4:8-11en vers 16) en de discipelen belast, de Gemeente van Jezus te beschermen en geen valse leer binnen te laten. (Hebr. 13:17 en 1 Cor. 5). En toch gebeurde het, dat veel mensen van het ware Christendom terugvielen en aan de heidense afgodendiensten welgevallen werden. (Hand. 20:29-30; 2 Petr. 1:16, 2 Petr. 2:2).

In de vierde eeuw was het Christendom in de Romeinse wereld nog maar weinig verspreid. Het aantal Christenen nam aanhoudend toe, maar bleef desondanks relatief gering. Zij werden zowel door de regering als ook door de bevolking tot de tijd van keizer Constanstijn vervolgd. Een kerstfeest was tot dat tijdstip bij de Christenen niet bekend.

Maar toen begon de Gemeente zich voor de “Saturnaliën” van de Romeinen te openen, een feest van een week, dat zijn hoogtepunt op 25 december bereikte en niets minder is dan de Romeinse versie van het reeds genoemde Babylonische Nimrod cultus! De overwinning van de zonnegod over zijn vijanden (de dagen werden weer langer) werd tot de geboortedag van Jezus Christus benoemd. De oude gebruiken werden onder een nieuwe naam overgenomen.

Het aansteken van vuur en kaarsen (vergelijkend met bijvoorbeeld de adventskrans, lichtjes op de kerstboom) als “christelijke ceremonie” is alleen een vervolg van de heidense zeden, de zonnegod op te vrolijken, om opnieuw te gaan schijnen, als hij het laagste punt aan de zuidelijke hemel bereikt heeft. En de kerstboom is natuurlijk de reeds besproken altijd groene boom (niet uit puur toeval met lichtjes versierd!), die de wederopgestane Nimrod voorstelt. De doodgeslagen Nimrod, die tot het nieuwe leven kwam!

Belangrijk is ook te zien wat de Bijbel over de kerstboom zegt: Jer. 10:2-4. Ook de verschillende takken (met bessen) zijn verdere kerstbenodigdheden die allemaal voor de zonnegod bestemd zijn. Ook het voor onze economie zo betekenisvolle cadeau gedoe heeft niets met de geboorte van Jezus te maken. Zoals u in Matteus 2:2 en vers 11 kunt lezen, kwamen de wijzen eerst na de geboorte van Jezus, om Hem als Koning van de Joden te aanbidden en brachten de aan een koning toebehorende geschenken mee. Ze aanbaden Hem alleen en brachten Hem alleen goud, wierook en mirre en niet hun kennissen en familie, zoals bijvoorbeeld bij de reeds genoemde feesten gebruikelijk was.

Dus over het algemeen, zouden wij eigenlijk ook alleen aan Jezus cadeau’s mogen geven. De voor kerst typerende gebruiken zijn allemaal heidense zeden, die onze ogen snel van Jezus Christus afbrengen. Hij is vandaag de dag, noch een hulpeloos baby in een kribbe, noch hangt Hij aan het kruis. Hij is veeleer de opgestane God, die weer zal komen, om de levenden en doden op de dag des oordeels te oordelen. Sommigen mogen dan wel zeggen dat kerst oorspronkelijk een heidens gebruik was, maar vandaag vieren wij het toch als een feest van de liefde en als een herdenkingsdag aan Jezus Christus. Daarover laat God ons door Zijn Woord weten: Deutr.12:30-31; Ex.34:12-17.

God maakt ons duidelijk, op niet mis te verstane wijze, dat Hij deze manier van godsdienst niet accepteert, ook als het voor Zijn eer bedoelt is. Hij wordt er niet door vereerd, maar heidense afgoden! Hij wil niet dat wij Hem volgens onze eigen mening dienen! Jezus zegt in Marcus 7:7.

God heeft zich nooit veranderd en Zijn Woord is duidelijk. Desondanks vieren miljoenen mensen verder kerst, zonder te vragen, waar het vandaan komt en waar het naar toe leidt. Ze volgen blindelings de overgeleverde tradities (Jer.9:12-14; Maleachi 3:6-7). Zo zult gij de Here uw God NIET dienen! (Gal.6:7)

Laten wij ons als waarachtige Christenen bezinnen waar wij mee bezig zijn. Laten wij de Here volgen en de feesten des Heren vieren, Gods feesten, welke Hij ons in Jezus Christus heeft gegeven en welke God zelf ook viert. En God’s eerste feest is de Pascha. Het is een teken van de eindtijd, dat de kerken met een afgodenfeest “kerst” (misschien onbewust) vol zitten, maar dat Gods’ eerste feest, het allergrootste feest, zelfs de vaste kern van Gemeenteleden voor een groot deel het, laat afweten. Ja het feest van de eerstelingsgarve wil men dan nog wel graag vieren, ons Paasfeest, maar het feest van de Pascha, Goede Vrijdag, dat wil men liever overslaan, te bloederig. Maar zonder dat feest te hebben gevierd, kan men onmogelijk de andere feesten vieren!

Wat moesten de Joden in Egypte doen. Het lam slachten, het lam werd binnenskamers gegeten, maar het bloed moest “zichtbaar” buiten aan de bovendorpel en zijdorpel aangebracht worden. Hetgeen voor de Egyptenaren een gruwel was en er stond ook de doodstraf op. Vandaag draaien wij ook dit zo graag om. Wij brengen Christus aan de wereld, maar het bloed houden wij angstvallig binnenskamers. Paulus zegt het ons toch heel duidelijk: “Ik predik een gekruisigde Christus”. Laten wij ons verootmoedigen en terugkeren naar de God van Abraham, Isaäk en Jacob, Vader van onze Here Jezus Christus en naar Zijn Woord en niet meedoen met deze wereld. “Gij geheel anders”!

Negeert u deze waarschuwing?

of, luistert u naar deze woorden:

“En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld”.

Bijbelstudie Centrum – bc@bijbelstudiecentrum.nl